Veilig ondernemen?
Veel ondernemers brengen hun activiteiten onder in een BV in de veronderstelling dat zij daardoor niet privé aansprakelijk kunnen worden gesteld voor schulden van de onderneming. De twee belangrijkste uitzonderingen worden echter vaak vergeten, waardoor een bestuurder zijn volledige privévermogen kwijt kan raken.
Deponeringsplicht
Ten eerste ben je als bestuurder van een besloten vennootschap verplicht om uiterlijk binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening te deponeren in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Het niet (op tijd) deponeren is strafbaar als economisch delict.
Bij een faillissement van de BV zijn de gevolgen veel ernstiger: Als de jaarrekening niet tijdig gedeponeerd blijkt te zijn, dan kan de curator moeiteloos de bestuurders privé aansprakelijk stellen voor alle schulden van de BV. Bij schending van de publicatieplicht bepaalt de wet (art. 2:248 BW) namelijk dat onweerlegbaar wordt aangenomen dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Onbehoorlijk bestuur staat dan dus vast. Verder wordt aangenomen dat die onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De bestuurder kan die wettelijke aanname alleen ontzenuwen door te bewijzen dat andere feiten of omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. Die omgekeerde zware bewijslast doet veel aansprakelijk gestelde bestuurders de das om; zo blijkt uit de vele rechtszaken hierover.
Wat betreft het te laat deponeren van de jaarrekening wordt een “onbelangrijk verzuim” door de vingers gezien. In de rechtspraak wordt verschillend gedacht over welke overschrijding van de deponeringstermijn nog als een “onbelangrijk verzuim” kan worden beschouwd. De Hoge Raad zegt daarover: Indien het gaat om een overschrijding van de deponeringstermijn, geldt dat het antwoord op de vraag of een overschrijding als een onbelangrijk verzuim kan gelden, afhangt van de omstandigheden van het geval, in het bijzonder van de redenen die tot de termijnoverschrijding hebben geleid, waarbij opmerking verdient dat hogere eisen moeten worden gesteld naarmate de termijnoverschrijding langer is en dat stelplicht en bewijslast op de aangesproken bestuurder rusten (HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ7189).
Een overschrijding van twee weken zal wellicht nog als onbelangrijk verzuim worden beschouwd als je een goede verklaring hebt waarom je te laat was. Bij langdurige overschrijding van de deponeringstermijn zul je echter alleen met een héél goed excuus nog kans maken om onder de wettelijke regeling van onbehoorlijk bestuur en aansprakelijkheid uit te komen.
Het is niet aan te raden om de gok te nemen dat de rechter een termijnoverschrijding wel door de vingers zal zien; zorg gewoon dat je op tijd bent met het deponeren van de jaarrekening.
Melding betalingsonmacht
Een tweede uitzondering die vaak wordt vergeten, is de meldplicht bij betalingsonmacht. Kan de BV de belasting of (pensioen-)premies niet op tijd betalen, dan moet je binnen twee weken een melding betalingsonmacht indienen bij de Belastingdienst of het bedrijfspensioenfonds.
De meldplicht is beperkt tot omzetbelasting (btw), loonheffingen, premies bedrijfspensioenfonds, en verder de accijnzen, verbruiksbelastingen van alcoholische dranken en van pruim- en snuiftabak, kansspelbelasting en milieubelasting. (NB. Voor onbetaalde vennootschapsbelasting kun je als bestuurder niet aansprakelijk worden gehouden; daarvoor geldt dus ook geen meldplicht.) Betalingsonmacht voor belastingen en accijnzen meld je schriftelijk bij de Belastingdienst. Betalingsonmacht voor bedrijfspensioenpremies meld je bij het bedrijfspensioenfonds.
Een te late melding heeft tot gevolg dat de bestuurders privé aansprakelijk zijn voor de belasting- en premieschulden van de BV. Enkel de bestuurder die aannemelijk maakt dat het niet aan hem is te wijten dat de betalingsonmacht te laat is gemeld, krijgt nog de kans om tegenbewijs tegen aansprakelijkheid te leveren. In alle andere gevallen krijg je die kans überhaupt niet en kom je niet onder aansprakelijkheid uit – zelfs niet als je er totaal niets aan kon doen dat de BV in financiële problemen is geraakt.
Ondernemen is risico nemen. Maar doe het met gezond verstand – en met de wet in de hand.